De Code Buysse doet sinds 2005 dienst als richtlijn voor deugdelijk bestuur van niet-genoteerde vennootschappen. Recent werd een nieuwe versie van de Code Buysse voorgesteld. In dit artikel analyseren we de inhoud en de juridische waarde van deze corporate governance code.
Naar aanleiding van enkele boekhoudschandalen die zich in de Verenigde Staten en Europa hadden voorgedaan, ontstond begin jaren 2000 een trend om deugdelijk bestuur of good corporate governance te reguleren. Zo kwam er in België in 2002 een corporate governance-wet, in 2004 een corporate governance code voor beursgenoteerde ondernemingen (de zogenaamde ‘Code Lippens’) en in 2005 een corporate governance code voor niet-beursgenoteerde ondernemingen (de zogenaamde ‘Code Buysse’).
Anders dan de corporate governance-wet, zijn de corporate governance codes geen harde wetgeving, maar wel eigen initiatieven van het middenveld met een reeks aanbevelingen over hoe een onderneming op een goede en deugdelijke manier kan worden bestuurd.
Net als de corporate governance code voor beursgenoteerde ondernemingen wordt ook de Code Buysse geregeld bijgewerkt. Zo werd op 3 december 2024 de Code Buysse IV voorgesteld.
Deze laatste versie kan worden gedownload via de website van de Code Buysse.
De Code Buysse is een soft law instrument, wat inhoudt dat deze niet als dusdanig in rechte afdwingbaar is. Maar rechters kunnen hiermee wel rekening houden, bijvoorbeeld in het kader van een geschil omtrent bestuurdersaansprakelijkheid.
Zo kan de niet-naleving van de Code Buysse in bepaalde gevallen een bijkomend argument bieden om aan te tonen dat een bestuurder het vennootschapsbelang miskent, wat een grond is voor aansprakelijkheid.
Het gaat met andere woorden niet om bindende regels die steeds moeten worden toegepast, maar wel om aanbevelingen die bestuurders op vrijwillige basis kunnen toepassen, en waarmee zij kunnen aantonen dat zij de onderneming op een goede manier besturen. Op deze wijze fungeert de code als een richtingaanwijzer, maar wordt er voldoende ruimte gegeven voor een flexibele invulling.
De toepassing van de code is dus niet verplicht, al is dit wel aanbevolen.
De Code Buysse biedt een kader voor niet-beursgenoteerde ondernemingen die een efficiënte, doeltreffende en toekomstgerichte bedrijfsvoering nastreven.
Zo hecht de code belang aan een goede wisselwerking tussen de onderneming, de aandeelhouder(s), het bestuur, het management, de medewerkers en ander stakeholders. Ook wordt erop gewezen dat ESG-thema’s (‘environmental, social and governance’) niet uit het oog mogen worden verloren.
De nieuwe Code Buysse IV legt de nadruk meer op complementariteit en diversiteit in de raden van bestuur om zo tot betere besluitvorming te komen. Zo wordt aanbevolen om bij de samenstelling van het bestuursorgaan te kijken naar mensen met diverse bekwaamheden, achtergrond, ervaring, gender en leeftijd. Een andere nieuwigheid is dat van een goede bestuurder verwacht mag worden dat hij of zij de nodige tijd kan vrijmaken voor het bestuursmandaat en dat dus een te groot aantal mandaten best wordt vermeden. Voorts wordt in de Code Buysse IV ook gewezen op het belang om in familiebedrijven tijdig afspraken te maken over de opvolging voor het geval de huidige generatie zou wegvallen.
De Code Buysse IV geeft voorts ook enkele algemene best practices mee:
I. Langetermijnvisie:
II. Wettelijke corporate governance actoren en hun interactie
III. Duurzaamheid en digitalisering
De Code Buysse is een soft law instrument dat richtlijnen geeft voor goed bestuur in niet-beursgenoteerde ondernemingen.
De toepassing ervan is niet verplicht, maar wel aanbevolen want hiermee kan aangetoond worden dat een bestuurdersmandaat goed wordt uitgeoefend.
In de nieuwe Code Buysse IV worden verschillende bijkomende richtlijnen geformuleerd in verband met onder meer de diversiteit binnen het bestuursorgaan, het belang van afspraken over opvolging en langetermijnvisie.
Je cherche un expert en matière de
17.07.2025
•Droit Fiscal
Victoria reçoit Thierry Litannie, Partner chez Andersen in Belgium et administrateur de l’OECCBB, pour évoquer deux récents ajustements fiscaux favorables aux actionnaires belges.
11.07.2025
•Droit Commercial et Économique
10.07.2025
•Droit de l’UE et Sanctions de l’UE
Nous avons le plaisir d’annoncer l’arrivée de Miguel Ángel Caramello-Álvarez au sein de notre cabinet en tant qu'associé spécialisé en règlementation européenne, droit de la concurrence et des affaires publiques.
18.06.2025
•Droit Immobilier, Location et Copropriété
Le 28 mars 2025, la Cour de cassation a apporté de nouvelles précisions concernant le mode de calcul du délai de déchéance applicable lorsqu’un locataire souhaite réclamer une indemnité d’éviction en cas de non-renouvellement d’un bail commercial.